Juli | 2024 | ZfSustainable

Om de broeikaseffect te verzwakken en de natuur te beschermen, heeft de gemeente Amsterdam meerdere doelen voor de komende jaren vastgezet. De doelen voor 2030, 2040 en 2050 betreffen vooral de energiebronnen en de uitstoot van CO2.

Een grote stad als Amsterdam heeft sterke invloed op de natuur en een hoge verantwoordelijkheid om met de klimaatverandering om te gaan. Omdat de gemeente Amsterdam als modern wordt beschouwd, kan ze als een voorbeeld voor andere steden dienen. Daarom is het heel belangrijk dat de gemeente de doelen van de komende jaren raakt en bewijst dat een verandering mogelijk en nodig is om de natuur te beschermen.

Voor het jaar 2030 schrijft de gemeente Amsterdam vijf doelen voor die ze tot dan willen bereiken.

Ten eerste willen ze het verkeer binnen de bebouwde kom volledig uitstootvrij maken. Dat kan door elektrisch of waterstof bestuurde auto’s en openbaar verkeer worden bereikt. Waarschijnlijk wordt dan het gebruik van elk niet uitstootvrij vervoer verboden.

Het tweede doel is een volledig duurzame eigen organisatie zodat Amsterdam de controle over het verbruik in de stad heeft.

Verder willen ze dat 80% van de elektriciteitbronnen duurzaam zijn, bijvoorbeeld zonne- en windenergie. Om dit te bereiken, moeten meer fotovoltaïsche installaties en windmolens worden gebouwd.

Bovendien wil de gemeente Amsterdam 50% minder nieuwe grondstoffen verbruiken omdat de grondstoffen op aarde beperkt zijn en schaars worden als het verbruik niet wordt verminderd.

Het vijfde doel voor het jaar 2030 zet de uitstoot van CO2 60% minder dan in het jaar 1990. Door minder uitstoot van CO2 wordt de broeikaseffect vertraagd en de sfeer minder aangevallen.

Ook voor het jaar 2040 heeft de stad klimaatdoelen: De stad zal volledig aardgasvrij zijn en alle geschikte daken zullen zijn voorzien met fotovoltaïsche installaties om het best gebruik te maken van zonneenergie. Tien jaar daarna zullen alle mensen in de stad voorbereid zijn voor de klimaatverandering en er zal geen CO2 uitstoot meer zijn wat betekent dat de maatschappij volledig klimaatneutraal zal zijn. Het laatste doel is een volledig circulaire economie om de grondstoffen te beschermen.

Een voorbeeld voor de verbinding van ecologische economie en cultuur in de openbare ruimte zijn twee van de grootste Amsterdamse kunstmusea.

Nederland en vooral Amsterdam heeft een rijke historie met betrekking tot kunst: Rembrandt van Rijn, Jan Vermeer of Vincent van Gogh om maar een paar te noemen. Schilderijen of andere kunstwerken hebben natuurlijk een behuizing nodig om veilig opgeborgen te worden en precies dit doen musea. Naast een huis zijn er nog andere voorwaarden die een museum moet vervullen.

Wie denkt eigentlijk erover na of het duurzaam is als je in een museum stapt? Waarschijnlijk niet zo veel mensen maar toch gebruiken musea zeer veel energie voor hun werking. Dit is vooral omdat zij aan de ene kant wc‘s voor bezoekers ter beschikking moeten stellen. Daarvoor hebben musea natuurlijk water nodig maar ook energie voor verschillende hygiënische apparaturen. Aan de andere kant moeten de goede klimatische condities gecreëerd worden om de kunstwerken in de tentoonstellingsruimtes te beschermen en te conserveren.

Om dit op een ecologische manier te realiseren, hebben de verantwoordelijken een bijpassende plan ontworpen: